Winston Churchil schreef :
'If you will not fight for the right when you can easily win without bloodshed; if you will not fight when your victory will be sure and not too costly; you may come to the moment when you will have to fight with all the odds against you and only a small chance of survival. There may even be a worse case: you may have to fight when there is no hope of victory, because it is better to perish than to live as slaves.'

Als je niet bereid bent te vechten voor het juiste/het recht wanneer je makkelijk kunt winnen zonder bloedvergieten; als je niet bereid bent te vechten wanneer de overwinning zeker is en niet kostelijk; dan kan je tot op het moment komen dat je toch zal moeten vechten met alle kansen tegen je, en er slechts een kleine kans op overleven bestaat. Het kan zelfs zover komen dat je zal moeten vechten wanneer er geen hoop meer is op overwinning omdat het beter is te sterven en vergaan dan te leven als slaven."

06 december 2007

Het gaat goed met ons onderwijs?? De Pisa-studie van de OESO

Ik las het in geen krant, ik koop er immers geen meer.
Het stond er waarschijnlijk ook niet in, want wij Vlamingen moesten ons eens superieur beginnen voelen.
Ik las dus over de Pisa-studie van de OESO, over de evaluatie/rating van het onderwijs in verschillende landen, op een internetblog, namelijk die van Filip De Man.
Uit die studie zou men ( of sommigen) kunnen afleiden dat Vlaanderen het goed doet en het wellicht niet beter kan of moet. (Een extract van ditePisa- studie, zoals die op de blog van Filip De Man werd gepubliceerd vind u achteraan mijn artikel, of kunt u nalezen op zijn blog http://www.filipdeman.org )

Al kunnen we op het eerste zicht en zonder verder na te denken trots zijn, zeker als we ons Vlamingen vergelijken met de rest van de wereld en Wallonië, toch vind ik dat het onderwijs, vooral op technologisch en wetenschappelijk gebied veel te wensen overlaat. Deze minder rooskleurige toestand die misschien deels kan gecompenseerd worden door de stimulatie van de ouders en de ijver van de leerlingen neemt niet weg dat een modernisering en een andere aanpak zich opdringen. Zeker in een sterk veranderende en alsmaar belangrijker wordende wereld van de technologie en innovatie, moeten we er naar streven minder juristen, accountants, economisten en communicatiespecialisten te vormen, waar onderhand de straat mee geplaveid kan worden, en te wijten aan de richtingen met Latijn, vooral belangrijk gevonden en destijds ingesteld door de clerus, met het oog op het vormen van pastoors en het terugkijken in de geschiedenis.
Meer exacte wetenschappen in plaats van vakken met gebabbel en empirische wetenschap zullen noodzakelijk zijn om zich als maatschappij in de wereld van morgen te handhaven, laat staan vooruit te komen.
Een beetje minachtend keken humaniorastudenten en Latinisten wat neer op de technologie, daarmee de gangbare reflex van hun ouders die in technologie alleen maar zwaar werk vermoedden in stand hielden. Men keek en kijkt meer op naar de advocaat of bedrijfsrevisor die in een afgebosrteld maatpak staat te pronken en wat krom is recht praat, dan naar de man in een stofjas, zelfs al is het een witte, die het licht doet branden en de auto doet rijden.
Maar wat banaliserend: hoever is het nog van ons af dat een groot deel van de mensen straks niet eens meer hun TV, DVD recorder of domoticasysteem zullen kunnen aanzetten zonder een technicus te bellen, omdat ze niets meer van de handleiding begrijpen, laat staan de black box zullen durven open maken?
Ik ken onderhand al enkele mensen die voor het vervangen van een lamp een elektricien moeten bellen, en ik kan zo nog meerder voorbeelden aanhalen.
De machines en technische uitrusting van de technische en wetenschappelijke scholen is meestal belabberd, en komt zoals de sketch van "wijlen" Jos Geysen er op neer dat er 20 man zijn voor één beschikbare mitrailleur.Sommige machines die nu nog in de scholen opgesteld staan dateren van voor of juist na de oorlog. Sommige werken zelf niet meer of zijn voortdurend defect.
Het geld, voor het onderwijs bestemd, verdwijnt immers in personeelskosten en werkingskosten want in hun concurrentieijver van de netten onderling en voor de strijd om de meeste leerlingen, het behoud van invloed en de overheidscenten,richtten scholen al maar meer afdelingen richtingen op. De meeste leraren werken ook maar ca de helft van werknemers in de privé, en zeker vergeleken met de kaderfuncties waarbij ze zich graag zouden rekenen.
Het ontbreekt bovendien vaak aan hooggespecialiseerde leerkrachten met echte praktijkervaring uit de industrie.
De meeste leraren hebben nooit een baan gekend in een echt bedrijf waar productiviteit, inventiviteit, betaalbaarheid en economische en financiële factoren een grote rol spelen.
Daardoor zijn de meesten “wereldvreemd”, en een bezoekje af en toe aan een bedrijf kan dat niet oplossen.
Nochtans gaat er meer dan genoeg geld naar onderwijs, alleen het wordt niet efficiënt besteed, en het is al op voor het is aangekomen.

Vrijwel niemand staat stil bij het aantal uren dat iedereen moet werken, vandaar een weliswaar summier maar duidelijk en voor iedereen begrijpbaar rekeningetje:

Een dag telt 24 uur en er zijn 365 dagen.
Een jaar duurt dus 8760 uur
Daar trekken we 8 uur per dag slaap af: -2920 uur
Ons wakkere leven is dus 5840 uur per jaar

Hoeveel werkdagen presteert een doorsnee werknemer per jaar?:

365 dagen per jaar
Min
52 weekends van 2 dagen = 104 dagen
Min wettelijke vakantiedagen ca 10 dagen (ambtenaren: + 2: dynastiedag
en 11 juli)
Min jaarlijkse vakantie 24 dagen

Blijven effectief te presteren: 227 dagen

Een gewone werknemer werkt 7,6 uur per dag (38 uren per week)

Voor een doorsnee werknemer die 7,6 uur per dag moet presteren betekent dit
227 x 7,6 te werken uren, afgerond 1725 uur per jaar

Dit is amper 29,5% van ons wakkere leven, en dan nog enkel gedurende de actieve periode van het leven.
Dit betekent ook meteen dat er 70 procent vrijheid is of 4115 uur

Wanneer we ook met slechts een actieve periode rekenen van 40 jaren alsook met brugpensioen, de 4/5 mogelijkheden, de loopbaanonderbrekingen, de ziekteperiodes, dagen die men krijgt bij overlijden, huwelijken, vaderschap, zorgverlof enzovoort, dan blijkt de totale tijd dat de mensen hier moeten werken nog veel lager is dan de 29,5%.
Vrijwel niemand presteert nog 40 dienstjaren, maar rudimentair berekend op een mensenleven van 80 jaar presteren de meeste werknemers dus tussen ca 10% en 15% van hun wakkere leven aan werken voor een baas en hun inkomen.

Wat als we deze berekening eens zouden maken voor leerkrachten van het middelbaar onderwijs?
Laat men nu niet afkomen dat men veel tijd steekt in het voorbereiden van de lessen.
Zodra een leraar een paar jaren meedraait is dit minimaal, bovendien verandert er weinig ( tenzij bij bepaalde technologische vakken). Wat zou er bijvoorbeeld veranderen voor de leraar godsdienst, geschiedenis of Frans? Wat verandert er in de wiskunde op het niveau van de leerlingen hun kennisniveau? De laatste poging om via moderne wiskunde leerlingen die kennis bij te brengen was een grote ramp en is afgevoerd. (De moderne wiskunde is niet fout, wel deze gebruiken als didactische basis)
De Nederlandse taal ja, die verandert om de haverklap, waarschijnlijk uit academische verveling om in de hoop beroemd te worden als veranderaar of schrijver van studieboeken en woordenboeken,( wat sommigen inmiddels is gelukt, maar dan in negatieve zin).

Vertrekken we in het geval van een leerkracht met dezelfde 365 dagen

Trekken we daar vanaf
eveneens 52 weekends heeft van 2 dagen 104 dagen
woensdagnamiddagen ( 34 halve dagen) 17 werkdagen
11 dagen wettelijke feestdagen 11 werkdagen
Kerstvakantie 9 werkdagen
Paasvakantie 9 werkdagen
Herfstvakantie 5 werkdagen
Krokusvakantie 5 werkdagen
Grote vakantie 40 werkdagen

Dan blijven er 165 effectief gewerkte dagen

Dan vergeten we nog bewust de vrij te verstrekken brugdagen, de skiklassen, de educatieve verlofdagen, en dit ter compensatie van de dagen dat ze opgeroepen worden om wat voor de schoolgemeenschap te presteren, nieuwe lespakketten voor te bereiden of avondcursussen te volgen.

We kunnen stellen dat een leerkracht in het middelbaar onderwijs reeds een voltijds uurrooster heeft bij 20 uur per week.
Sommigen zullen daarbij meteen willen toevoegen dat er veel administratie en verbeterwerk komt kijken bij de job van leraar.
O.K. ik wil daar rekening mee houden en doe er 5 uur bij, ook al verbeteren veer leraren de toetsen meteen in de klas, of laten die zelfs verbeteren door de medeleerlingen.
Leraren godsdienst of lichamelijke opvoeding bijvoorbeeld hebben nooit toetsen te verbeteren trouwens.

Aangezien deze zo afgeleide werkweek van 25 uur verdeeld wordt over 4 1/2 dag presteren ze effectief per dag naar boven afgerond 5,6 uur.

Vermenigvuldigd met de 165 effectief gewerkte dagen komen we op een totaal van 924 uur.
Ten opzichte van ons wakkere leven van 5840 uur per jaar is dit slechts15,82%.

Wanneer we ook hier de berekening maken over een loopbaan van 40 jaar, eveneens zonder rekening te houden met vervroegd pensioen, de 4/5 mogelijkheden, de loopbaanonderbrekingen, de ziekteperiodes, dagen die men krijgt bij overlijden, huwelijken, vaderschap, zorgverlof enzovoort, dan blijkt de totale tijd dat de leraren in het onderwijs werken nog veel lager is dan de 15,82%.
Ook hier presteert vrijwel niemand 40 dienstjaren, en dus geeft dit als resultaat berekend op een mensenleven van 80 jaar ca 8 % effectieve prestatie.

Waarom ik dit schrijf? Omdat ik een hekel heb aan leraren?
Absoluut niet, maar ik vind wel dat leraren een flinke tand kunnen bijsteken en effectief meer uren presteren zodat de kosten van het onderwijs kunnen verlicht worden en er eens wat meer geld vrijkomt voor investeringen en modernisering vooral voor het technisch en wetenschappelijk onderwijs; en waarom ook niet, te besparen zodat er wat minder belastingen moeten geheven worden en men dus netto meer overhoud om ermee te doen wat men wilt.

Deze bovenstaande berekeningen zijn natuurlijk niet op elk beroep van toepassing zelfs niet binnen het onderwijs, maar toch stemt dit tot nadenken, tot zelfonderzoek en onderzoek in het algemeen.

Natuurlijk zie ik de paarden al steigeren, maar het onderwijs, zoals nog andere sectoren, lijdt aan geld-obesitas.
Het wordt dus tijd dat er wat bewogen wordt, want ieder pondje (Eurootje) gaat via het mondje.

Ook moeten werknemers en vakbonden maar een stoppen met nog meer te klagen en nog meer werktijdvermindering te eisen op welke manier ook.
Ze zouden er wellicht beter aan doe om terug 40 uur per week voor het zelfde geld te werken en te vragen in ruil de productiviteit en het stressniveau te verlagen.
Dan nog zou de effectief te weken tijd daarmee amper stijgen, zoals u nu zelf berekenen kunt. Het zal in de toekomst wellicht ook nodig blijken en niet alleen om medische redenen maar om de concurrentie aan te kunnen met de miljarden mensen die staan te dringen om de jobs, ook de hoog technologische, over te nemen, en die bereid zijn om daar harder en langer voor te werken in minder goede omstandigheden en voorwaarden dan de verwende westerling.

U mag het met mij oneens zijn, maar dan hoop ik gebaseerd op objectieve critetia. Enkel reacties met cijfers en harde bewijzen aub

Ziehier het extract uit het PISA rapport dat ik plukte van de blog van Filip De Man:
PISA: VL 529, WAL 486
05.12.2007 08.44u - De zopas verschenen internationale PISA-studie van de OESO bevestigt het opnieuw: de Waalse machthebbers slagen er zelfs in hun eigen jeugd te mismeesteren. PISA staat voor het driejaarlijkse Programme for International Student Assessment, een onderzoek naar de kennis bij 400.000 scholieren uit 57 landen. Welnu, de Vlaamse tieners scoren inzake wetenschappen fors boven het gemiddelde en behalen de achtste plaats, na landen als Finland en Japan (zoals bekend vindt men de hoogste IQ’s in Oost-Azië en Noord-Europa).Maar let nu op: Vlaanderen behaalt een gemiddelde van 529 punten, onze naaste buren van de Franstalige gemeenschap slechts... 486. Ter info: de hoogste score was - zoals gezegd - voor wereldkampioen Finland met 563, de laagste Europese score voor Roemenië met 418. Nog meer leuks: zowel voor wiskunde als voor leesvaardigheid halen de Vlaamse jongens en meisjes met telkens de vijfde plaats de wereldtop. De sukkeltjes uit l’Etat-PS staan respectievelijk op 34 en 35.Ook de al wat oudere TIMSS-studie (in 2004 uitgevoerd door de International Association for the Evaluation of Educational Achievement, een wereldwijde samenwerking tussen overheidsinstellingen en onderzoeksinstituten) bij 360.000 scholieren uit het lager onderwijs geeft gelijkaardige resultaten voor onze Vlaamse scholieren: + voor wiskunde scoorden Singapore, Hong-Kong, Japan, Taipei, Vlaanderen en Nederland het best+ voor wetenschappen waren dat Singapore, Taipei, Zuid-Korea, Hong-Kong en Estland (Nederland en Vlaanderen volgden iets verder). Wij mogen dus best fier zijn op ons onderwijs, onze kinderen én ons genetisch patrimonium. En gelukkig dat er geen Belgisch departement van onderwijs meer bestaat.

PS Vlaanderen scoort zeer goed, en zeker wanneer men er de alochtonen zou uitfilteren die wel zeker ook in de studie vervat zitten, en door hun objectief bewezen slechtere prestaties het gemiddelde van Vlaanderen nog naar beneden halen.

Geen opmerkingen: